Bibliotheekperikelen

Toen ik vanmorgen uit het raam keek en het druilerige weer zag, besloot ik meteen aan een karweitje te beginnen dat ik me al langer voorgenomen had. Ik ging in de catalogus van onze bibliotheek (Panningen) eens kijken hoe het stond met de uitgaven die ik daar de afgelopen jaren (de eerste een jaar of vijf geleden) had afgeleverd om ze in de collectie op te nemen. Wat bleek? Alleen mijn prehistorisch jeugdverhaal (‘IJstijd’) en één enkele bundel waren nog aanwezig. De rest (een stuk of vijf andere bundels) lag intussen bij een andere vestiging. Hoe dat kan? Daar was ik na een telefoontje snel achter. Tot voor kort hanteerden de bibliotheken hier in de regio (Noord-Limburg) het systeem om veel van hun boeken van vestiging naar vestiging te laten rouleren.
Echt leuk vond ik die ontdekking niet. Ik denk dat bijna elke auteur het wel fijn vindt als zijn of haar schrijfsels in de plaatselijke bibliotheek liggen en daar bekeken en/of geleend kunnen worden. En blij word je er dan niet van als blijkt dat na een maand of wat de meeste exemplaren verdwenen zijn naar een vestiging aan de andere kant van de Maas.
Gelukkig hoorde ik dat onlangs het systeem zo veranderd is dat alle boeken (tot ze afgeschreven worden) nu wel in de vestiging blijven waar ze besteld of afgeleverd zijn. Dan hoef je dus geen vijf of zes exemplaren meer te investeren om er zeker van te zijn dat je boek of bundel niet snel verhuist. Met die wetenschap ging ik aan de slag, selecteerde negen bundels plus natuurlijk mijn eigen uitgave (‘Traïsha en het Ei’) en toog daar mee naar de bibliotheek. Zie het rijtje hieronder.

IMG_20150804_182808

In dit geval heb ik het bij het fantastische genre gehouden, vooral om praktische redenen. De bibliothecaresse die mij hielp, heeft het in de vakantieperiode behoorlijk druk. En elke bundel moet wel in het systeem opgenomen worden en ‘uitleenklaar’ gemaakt worden. Daarom doe ik het in etappes. Hieronder het rijtje dat nog in aanmerking komt. Daar zijn ook bundels met ‘gewone verhalen’ bij. Ik moet nog even nadenken wat ik daarvan graag in de bibliotheek zou zien. Een paar laat ik er zeker uit, zoals de laatste twee rechtsonder (zie foto hier beneden). Dat zijn namelijk de jaarbundels van de Schrijfwebsite Zinniger Zinnen. Die zijn voor een kleine kring bedoeld en niet voor de online-verkoop en zo. En de twee jeugdbundels uit de ‘Gentasia-reeks’ rechtsboven op dezelfde foto moet ik eerst bijbestellen. Ik ga natuurlijk niet mijn enige exemplaar naar de bieb brengen.

IMG_20150804_1944401

Nu vragen lezers van dit stukje zich misschien af of bibliotheken dan zelf geen boeken bestellen? Ja, natuurlijk doen ze dat, maar dat zijn slechts zelden in een bescheiden oplage uitgekomen bundels en ook maar een klein deel van de alle zelfstandige publicaties, zoals ‘Traïsha en het Ei’. Het toeval wil dat in verschillende omliggende regio’s mijn  bundel wél op basis van de (gelukkig heel positieve) Biblionrecensie door bibliotheken besteld werd, maar helaas niet in mijn eigen woonplaats. Overigens vermoed ik geen boze opzet. Ik ben gewoon nog niet bekend genoeg om bij het lezen van mijn naam allerlei belletjes te laten rinkelen … Natuurlijk had ik gelijk bij het uitkomen van de bundel een mailtje naar de bibliotheek kunnen sturen met de mededeling dat er een uitgave van een plaatsgenoot aan zat te komen en of ze die heel alsjeblieft wilden bestellen. Maar ergens wil ik dat niet. Ze bestellen het uit eigen beweging of anders maar niet, is daarbij mijn gedachte. Niet slim misschien, maar ja, zo werkt dat bij nu eenmaal bij mij. Het is voor medeschrijvers wél een punt om te overwegen. Er zullen er genoeg zijn die daar assertiever en minder principieel in zijn en gelijk naar de bieb stappen.

Daarmee heb ik meteen aangegeven waarom ik deze blog plaatste. Ik weet dat die (tot nu toe) voornamelijk door medeschrijvers gelezen wordt. Misschien zit er iets nuttigs tussen, waar anderen in ongeveer dezelfde situatie hun voordeel mee kunnen doen.

Titels die in bibliotheken liggen, brengen ook leengeld op. Dat wordt geregeld via de stichting Lira, waar je je dan wel als schrijver moet registereren. Niet dat dat je er rijk van wordt trouwens. Van mijn laatste uitbetaling had ik net een frietje met plus een snack kunnen bekostigen. 😉 De boodschap is dus dat je het daarvoor niet hoeft te doen, tenzij je er natuurlijk in slaagt een van die overbekende namen te worden. Er zijn zeker wat Nederlandse schrijvers die via dat leengeld een behoorlijk bedrag per jaar bijverdienen. Maar als percentage van alle auteurs met publicaties in bibliotheken is dat een heel klein groepje. Ik heb de cijfers eens ergens gelezen, maar heb die niet meer paraat.

Tot slot: Toevallig was er vandaag in onze bibliotheek uitverkoop van afgeschreven boeken. Daar zit altijd wel iets van mijn gading tussen, ook nu dus. De bibliothecaresse was zo aardig om mij de uitgezochte stapel  boeken als tegenprestatie gratis mee te geven. Hieronder een deel van de ‘buit’ …

IMG_20150804_165949
Mijn eerstvolgende blog ga ik dan eindelijk weer eens aan het schrijven zelf wijden. Dan ga ik in op mijn laatste publicaties, hoe het staat met ‘Winterwende’, mijn prehistorisch manuscript en mijn verdere schrijfplannen voor 2015 en 2016. Om daar vast een stukje op vooruit te lopen, in elk geval ga ik mijn prioriteiten van al die losse verhalen in allerhande wedstrijdbundels verleggen naar zelfstandige publicaties. Binnen een week meer daarover!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s