Keuzes

Wat een vage titel, zullen heel wat lezers denken. Ons leven bestaat nu eenmaal elke dag opnieuw uit een eindeloze reeks keuzes. Hoe meer vrijheid je hebt, hoe langer de rij beslissingen wordt die je na het opstaan vroeg of laat zult moeten nemen. Dat is al helemaal zo als je zoals ik pensionado bent en elke morgen opnieuw geheel zelf kunt beslissen wat je met die zoveelste nieuwe dag van je leven zult gaan doen. Welke sokken trek ik aan? Ga ik eerst douchen of lees ik eerst de krant? Is het weer goed genoeg voor een fikse ochtendwandeling of regent het en kies ik voor een droog plekje in de sportschool?

Wees gerust, lezers. Ik ga niemand vermoeien met dit soort belangwekkende afwegingen. Ik schrijf op deze plek over schrijven, schrijvers en schrijfsels. Heb ik het hier dus over keuzes, dan doel ik op keuzes waar het schrijven mij voor stelt en niets anders dan dat.
Natuurlijk is er een aanleiding om het daar nu juist vanavond over te hebben. Die aanleiding bestaat uit een heel bijzonder moment. Hoe bijzonder? Dat begrijpen zeker weten alle medeschrijvers die ooit hetzelfde meemaakten. Een uurtje geleden begon ‘Winterwende’, mijn eerste manuscript van romanlengte aan de (in dit geval digitale) weg naar een (mogelijke) uitgever. Een mijlpaal? Jawel, maar niet de eerste en hopelijk ook niet de laatste. Voor mij (en ik zal daarin wel niet de enige zijn) was misschien wel de mooiste mijlpaal in mijn schrijvende leven toen voor de allereerste keer iets dat ik bedacht en opschreef door iemand de moeite waard werd geacht om het in gedrukte vorm de wereld in te sturen; mijn allereerste gepubliceerde verhaal dus. Ach ja, wat later concludeerde ik dat die prestatie niet echt wereldschokkend was, omdat het ging om een schrijfwedstrijd waarin de kans op publicatie de 50% naderde. En toch… dat moment was, hoe onterecht misschien, mooier dan al het volgende, mooier zelfs dan die keer, een paar jaar later, dat ik tweede werd in een wedstrijd met rond de 350 deelnemers.

Ik dwaal af. Het ging dus over keuzes. En nu ga ik concreet worden. De vraag die mij met regelmaat bezighoudt is of het wel slim is om datgene wat je schrijft enkel en alleen af te laten hangen van wat er toevallig in je opkomt. Jazeker, zullen velen zeggen. In schrijven moet je je gevoel volgen en dus gewoon schrijven wat je wilt schrijven. In mijn geval gaat dat dan al snel de min of meer fantastische kant op. Ik houd gewoon van alles wat exotisch, ver weg of onbekend is. Niet voor niets bestaat mijn eerste langere publicatie uit een bundel pure fantasyverhalen. Spijt heb ik daar absoluut niet van. Die bundel (Traisha en het Ei) kreeg mooie recensies. Maar er is een keerzijde. Om te beginnen lopen verhalenbundels qua verkoop voor geen meter, vergeleken met ‘gewone’ romans. En verder is het in Nederland ongelofelijk lastig om een fantasyboek uit te brengen dat de concurrentie aankan met de stortvloed aan vertaalde Engelstalige titels. Zonder anderen tekort te doen, denk ik dat zoiets de laatste paar jaar alleen Thomas Olde Heuvelt en Natalie Koch een beetje gelukt is.

Om met de deur in huis te vallen, dat alles bracht mij nog niet zo lang geleden tot een duidelijke keuze. Ik laat die fantasy absoluut niet vallen. Daarvoor vind ik het simpelweg een veel te leuk genre. Ik blijf dus zeker weten met regelmaat meedoen aan schrijfwedstrijden in het fantastische genre en zal mijn best doen om daar de komende jaren nog een keer een mooie bundel van uit te brengen.
Maar wél geef ik bij deze voorgoed de illusie op om tussen de stortvloed van lijvige fantasy-trilogieën, al dan niet Engelstalig, iets uit te brengen dat past in het rijtje Hobb-Jordan-Martin-Williams-Goodkind en ga zo maar door.
Gelukkig heb ik een alternatief. Exotisch en ver weg past ook bij een ander genre en wel een dat ik net zo mooi vind als die fantasy. Als ik ‘ver weg’ even vertaal als ‘lang geleden’ kom ik uit bij het genre van de historische roman. Dat is dus bijvoorbeeld ‘Winterwende’, een prehistorische roman, die speelt in de tijd van de rendierjagers. Dat is ook mijn volgende project, een verhaal dat speelt in de negende eeuw en van start gaat in het Emiraat van Cordoba. Meer kan ik daar voorlopig niets over zeggen. Ook dat wordt weer een kwestie van keuzes….

Deadlineschuiverij

Dat ik verschillende maanden op rij niets op dit blog heb laten horen, is absoluut geen toeval. Het was heel bewust. De oorzaak heeft twee verschillende namen. De eerste heet Winterwende, de tweede heet ‘schuivende deadlines’.
Dat vraagt natuurlijk om uitleg. Goed, ik zal mijn best doen…

Zo’n vijf jaar geleden schreef ik tijdens de jaarlijkse schrijfmarathon van de website Zinniger Zinnen de eerste versie van mijn prehistorische YA-roman Winterwende, althans het eerste deel daarvan. Tot nog toe niets aan de hand. Verhalen zijn er nu eenmaal om af te maken, waar of niet. Nu is er niets mis met het een tijdje laten liggen van een verhaal. Dat wordt in schrijfboeken of op sites als Schrijven Online met regelmaat gepropageerd als een probaat middel om afstand van je schrijfsel te nemen en er dan na een maand of wat met een frisse blik weer mee aan de slag te gaan. Oké, zo ga ik dat dus ook doen, dacht ik dus. Er zijn immers zo veel andere schrijfuitdagingen, een schrijfwedstrijd hier, een 120W-verhaaltje daar, een verhalenbundel die je ‘even’ voorrang geeft en ga zo maar door. Het duurde een tijd voordat ik doorhad dat ik mezelf voor de gek hield. Wat is mijn probleem? Ik ben een onverbeterlijke deadlinevoormijuitschuiver. Ik weet elke dag en elke week opnieuw een rechtvaardiging te vinden voor het laten liggen van het verhaal dat ik in mijn eerste plannen al lang voltooid zou hebben. Niet dat ik lui of improductief ben, verre van dat. Het digitaal archief op mijn computer dijt gestaag uit, zo zeer dat ik regelmatig moeite heb om een verhaalaanzet of ander schrijfsel nog terug te vinden. Ook de stapel volgeschreven notitieboekjes groeit en groeit. Het probleem is ook niet echt dat ik nooit iets afrond. Jawel, dat doe ik heus met enige regelmaat en gelukkig ook af en toe succesvol. Alleen… het is zelden datgene wat ik me voorgenomen had, maar net weer iets anders, waar ik in een plotselinge opwelling aan begon.

Er is een sprankje hoop aan de horizon wat mijn probleem betreft. Vandaag tikte ik dan eindelijk de slotzin van Winterwende in. Niet dat het meteen naar uitgeverijen kan. De herschrijf voor ‘al die kleine dingetjes’, zoals dubbele spaties, vergeten aanhalingstekens, onnodige stopwoordjes enzovoort moet er nog overheen. Daarnaast heb ik de slothoofdstukken herschreven en wacht ik zeker weten eerst af wat mijn proeflezers daarvan vinden.
Toch had die allerlaatste punt effect op mij. Ik heb namelijk nog een andere eigenaardigheid. Ik ben beter en hardnekkiger in afronden dan in afmaken. Zo gauw ik een verhaal eenmaal voltooid heb, blijf ik zoeken naar dingen die beter zouden kunnen en of moeten. Dan heb ik niet langer de neiging dat voor mij uit te schuiven. Integendeel, dan bijt ik mij er in vast.
Daarom twee mededelingen. De eerste is dat Winterwende nu echt binnenkort naar een paar uitgevers gaat. De tweede is dat ik dat feit ga vieren door weer minimaal elke maand een blog te schrijven. Zo gauw ik dat laat versloffen, weten jullie hoe laat het is. Dan ben ik bezig aan een nieuw manuscript en ben ik opnieuw aan het schuiven geslagen. ;-(