Alya in de Limburger

Strikt genomen is het artikel van Adri Gorissen in de Limburger van 27 juni geen recensie, maar ik ben er niet minder blij mee, zeker nu in week 29 (eerste week van juli) de Biblion-recensie er aan zit te komen. Dan wordt binnenkort ook duidelijk hoeveel extra exemplaren de Nederlandse (en wie weet Vlaamse) bibliotheken gaan bestellen. Ook zonder die Biblion-recensie waren dat er al zo’n 125 en dat terwijl de meeste bibliotheken toch echt eerst die recensie afwachten. Dat geeft de burger moed. Als het aantal bestellingen meevalt, komt er mogelijk al snel een tweede druk van ‘Alya’, want de eerste verkoopcijfers via boekwinkels en webshops klinken bemoedigend.

Link naar de PDF-versie van het artikel:    Hay van den Munckhof – Alya

 

 

Recensies in het algemeen en recensies van ‘Alya’ in het bijzonder

 

Recensies in het algemeen

Ik ben al wat jaartjes gewend om op recensies te wachten. ‘Alya’ is weliswaar mijn romandebuut, maar vanaf 2004 publiceerde ik al een jeugdboek, een eigen fantasybundel en een dertigtal ‘losse’ verhalen in diverse genres, al lag de nadruk daarbij  wel duidelijk op fantasy, jeugdverhalen en/of historische verhalen. Dat telt allemaal mee en ik was al die jaren dan ook blij met elke positieve recensie. Maar de eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat recensies qua promotie pas zoden aan de dijk zetten als je een eerste roman uitbrengt bij een professionele uitgeverij, in mijn geval ‘Alya’ bij uitgeverij Mozaïek.

Bij veel (gelukkig niet bij alle) recensies wordt de waardering uitgedrukt in minimaal een tot maximaal vijf sterren, waarbij vaak ook nog eens halve sterren worden gebruikt. Dat wekt een beetje de indruk van een objectief oordeel, zoals je ook een cijfer kunt geven voor een dictee of voor een wiskundeproefwerk. Niets is minder waar. Het oordeel over een verhaal of boek is per definitie subjectief, omdat er nu eenmaal (en gelukkig maar…) duizend-en-een smaken en voorkeuren bestaan. Ja, natuurlijk kun je redelijk objectief beoordelen of een verhaal qua spelling en/of taalgebruik goed in elkaar zit, maar niet of nauwelijks waar het om plot en verdere inhoud gaat. Zo zal ik het wel uit mijn hoofd laten om een recensie te schrijven over een horror- of misdaadverhaal. Ik ben geen groot liefhebber van horror en misdaadverhalen vind ik vrijwel altijd saai omdat de vraag ‘wie het deed’ me totaal niet boeit, al begrijp ik ook wel dat een goed misdaadverhaal meer is dan die vraag alleen. Mijn oordeel bij die twee genres zou nooit een eerlijk oordeel kunnen zijn, waar de auteur iets aan heeft.

Heb je dan niets aan zo’n ‘sterrenrecensie’? Meestal valt dat mee, omdat het gelukkig een goede gewoonte is om je waardering met argumenten en eventueel voorbeelden uit het verhaal te verduidelijken. Dat zegt altijd vele malen meer meer dan het blote aantal sterren, want bij dat laatste speelt naast dat subjectieve van ieder oordeel heel erg mee waar, hoe en waarom die sterren worden gegeven. In een landelijke krant (mocht je boek daar al besproken worden) moet je als debutant in je handjes knijpen met drie sterren, want daar wordt de lat (en terecht) erg hoog gelegd. Drie sterren is gewoonweg goed en vier sterren uitzonderlijk goed. Het maximum van vijf sterren wordt gereserveerd voor zeldzame meesterwerken die echt niet iedere week binnenkomen.
Heel anders gaat het er aan toe bij lezersrecensies op websites zoals Hebban of Goodreads. Daar zijn vijfsterrenbeoordelingen heel gewoon. Soms zie je wel tien boeken achter elkaar voorbijkomen met bijna uitsluitend vijfsterrenbeoordelingen. Allemaal meesterwerken? Nee, natuurlijk niet. Soms zit er zelfs regelrechte bagger tussen, tenminste naar mijn (natuurlijk ook subjectieve) oordeel. Begrijpelijk is het wel. Een echte recensent, of dat nu iemand van een krant is of bijvoorbeeld van een website als Hebban, weet ook wel dat 100% objectiviteit onmogelijk is, maar doet wel zijn of haar uiterste best om zich zo onafhankelijk mogelijk op te stellen. Bij lezersrecensies (die ik zelf daarom veel liever lezersreacties zou willen noemen) ligt het in de meeste gevallen heel anders. Uitzonderingen daargelaten worden die geschreven óf door uitgesproken fans van een auteur, die hem of haar met een jubelend commentaar een hart onder de riem willen steken óf in het tegenovergestelde geval juist door lezers die heel erg kritisch zijn en via een recensie duidelijk willen maken dat en waarom ze een boek maar helemaal niks vinden.
Het resultaat laat zich raden. De ‘echte’ recensenten zijn zuinig met extreme beoordelingen en geven meestal heel gewoontjes twee, drie of vier sterren. De fans van een auteur zijn heel wat royaler en geven soms vier, maar in de meeste gevallen gelijk het maximum van vijf sterren. En wie in het tegenovergestelde geval aan wil geven dat hij een boek echt niet ziet zitten, doet dat in de regel met een of met hooguit twee sterren.
Natuurlijk chargeer ik nu een beetje. Er zijn wel degelijk ook ‘gewone lezers’ (wat je daar dan ook onder mag verstaan) die voor ‘echte recensent’ spelen en hun uiterste best doen om een verhaal los van hun band met de auteur zo eerlijk en zo objectief mogelijk te beoordelen. Zijn dat er veel? Njet, denk ik dan heel oneerbiedig…

Recensies van ‘Alya’

Ik ga hier niet alle recensies van ‘Alya’ plaatsen, want intussen zijn dat er een stuk of twintig, als ik alle lezersrecensies op Hebban meetel zelfs meer. Ik begin met de bespreking in een landelijke krant, in dit geval het Nederlands Dagblad. Sterren geven die niet. De goede lezer zal intussen begrepen hebben waarom ik dat helemaal niet erg vind…

 

Tijdens het schrijven van deze blog trof ik op de Facebook-pagina van Mozaïek nog een erg leuke en kleurrijke ‘minirecensie’ van ‘Alya’ in zomerse sferen aan. Die heb ik meteen maar even tussengevoegd. 😉

 

 

 

Een andere bespreking stond afgelopen week (medio juni) in een blad voor Nederlanders in Spanje. Dat is extra leuk omdat het verhaal van Alya in Zuid-Spanje begint. Ook deel twee, ‘Alya’s keuze’, krijgt straks in september een bespreekplekje in hetzelfde blad.

 

 

 

Wordt vervolgd!

De volgende keer wat minder toelichting, maar wel meer recensies en ook vast een voorproefje van ‘Alya’s keuze’, het slotdeel van mijn tweeluik, dat op 25 september uitkomt. Dan kan ik ook het uitgebreide artikel in de Limburger (onze provinciekrant) meenemen dat waarschijnlijk komende zaterdag, op 23 juni, verschijnt. Ik ben heel benieuwd wat dat oplevert, want het interview (vorige week) was bijzonder leuk en interessant met een verslaggever die zich goed had voorbereid en precies de vragen stelde die ik zelf ook gesteld zou hebben…

 

Naar het Walhalla, een novelle, Achterblijvers en hoe het Alya vergaat

Het is intussen weer hoog tijd voor een update van mijn website, want de meimaand werd voor mij de meest memorabele schrijfmaand ooit, kan ik zonder overdrijving stellen. Het begon met een onverwacht, maar bijzonder leuk bericht van Averbode, mijn Belgische uitgever van de Vlaamse Filmpjes, een al bijna 90 jaar bestaande serie jeugdboekjes voor 10-13 jaar, waarop Vlaamse kinderen zich via hun school kunnen abonneren.
Ik wist al eerder dat ik met mijn Vikingverhaal ‘Naar het Walhalla’ bij de finalisten van de Averbodeprijs 2017 zat en dat mijn verhaal in februari 2019 uit gaat komen, opnieuw met illustraties van Luc Vincent, die ook de prachtige zwartwittekeningen maakte voor ‘IJstijd’, mijn eerste Vlaams Filmpje uit 2010. Maar nu werd het nog veel mooier… Bij de Franse tegenhanger van de Vlaamse Filmpjes, de Récits Express, hadden ze voor het komende schooljaar nog een historisch verhaal nodig. Daarvoor ging de Franstalige redactie te rade bij hun Vlaamse collega’s en zo kwamen ze uit bij mijn Vikingverhaal, dat in de loop van dit jaar dus vertaald wordt in het Frans. Het komt uit in november, dus vóór de Vlaamse versie met als Franse titel ‘En route pour le Valhalla’. Daarom moet de illustrator dus een viertal maanden eerder dan oorspronkelijk gepland aan de slag…
Zie de link naar het jaarprogramma 2018-2029 van de Récits Express: http://www.averbode.be/Pub/recits-express/La-collection/2018-2019.html

Voor 2019 zit er voor mij nóg een nieuwigheid in het vat. Ik schreef en publiceerde al verhalen in de meest uiteenlopende lengtes, van ministukjes van exact 55 woorden tot en met mijn historisch tweeluik (‘Alya’ en het in september uitkomende ‘Alya’s keuze’) dat in totaal zo’n 150.000 woorden gaat tellen. Daar gaat in 2019 een eerste historische novelle bijkomen. Een sluitende definitie daarvan bestaat niet, maar meestal wordt een novelle omschreven als het midden houdend tussen een kort verhaal en een echte roman met een lengte van ongeveer 20.000 tot 30.000 woorden. Natuurlijk ligt die grens niet vast. Het duidelijkst is nog om te zeggen dat een novelle te lang is om het een kort verhaal te noemen en te kort om een roman te mogen heten. Waar ik dat aan te danken heb? Daarvoor moet ik iets over de voorgeschiedenis vertellen. Een andere uitgeverij waar ik in de afgelopen jaren vier korte historische verhalen in drie bundels publiceerde is Historische Verhalen. Die uitgeverij startte als digitaal uitgeefplatform, waarop elke twee weken een kort historisch verhaal werd gepubliceerd. Al snel besloten ze om de verhalen van elk kalenderjaar te gaan bundelen en daarnaast met regelmaat historische themabundels uit te gaan geven. Tot nu toe waren dat bundels over de oudheid, over de Gouden Eeuw en de middeleeuwen. Die laatste komt in juni uit.
Aan mijn resultaten in een deel van die bundels, met name mijn tweede plaats bij de Gouden-Eeuw-wedstrijd met het verhaal ‘Chan-mi’, dat in het 17e-eeuwse Korea speelt, heb ik de uitnodiging te danken om een novelle te schrijven die in de tijd van het kolonialisme speelt met als thema de botsing tussen verschillende culturen. Daar heb ik gelijk ja op gezegd, want het is een onderwerp dat mij op het lijf geschreven is. Het is de bedoeling dat drie auteurs elk een novelle van 15.000 tot 20.000 woorden, spelend in verschillende werelddelen, gaan schrijven, zodat die als een ‘novellenbundel’ uitgegeven kunnen worden.
Link naar de webwinkel van uitgeverij Historische Verhalen:
https://www.historischeverhalen.nl/winkel/

Dan is er ook nog eens nieuws van het fantasyfront. Al schrijf ik de laatste jaren vooral historische verhalen in allerlei lengtes, mijn tweede lievelingsgenre is en blijft fantasy. Daarom heb ik me voorgenomen om als het even kan minimaal een keer per kalenderjaar naast het historische werk ook iets in fantasysferen gepubliceerd te krijgen. Vorig jaar lukte me dat via mijn eerste verhalen in Ganymedes en het tijdschrift Fantastische Vertellingen. Dit jaar deed ik mee aan de wedstrijd ‘Achterblijvers’ van Godijn Publishing. En… vorige week bleek dat ik met ‘Naya’, een door de Griekse mythologie geïnspireerd verhaal over een verdwaalde naiade niet alleen de wedstrijdbundel haalde, maar zelfs de eerste plaats uit het vuur sleepte. Een leuke opsteker en zeker ook nuttig als een stukje promotie voor een schrijver als ik die maar moeilijk kan kiezen tussen het historische en fantastische genre. Gelukkig hoeft dat kiezen niet altijd en kan het soms ook en…en.. zijn…
Hier de link naar een van de eerste recensies:
https://ikhouvanhorrorfantasyenspanning.wordpress.com/2018/05/28/achterblijvers/

En ja, waar ik de hele maand mei natuurlijk allereerst naar uitkeek was de vuurdoop van Alya op donderdag 31 mei bij boekhandel Dekker van de Vegt in Nijmegen. De presentatie van je debuutroman is sowieso iets bijzonders en al helemaal als je dat als ‘pensionado’ nog mee mag maken. Het is gezien de stroom aan romans die elke week opnieuw uitkomen ook bepaald niet vanzelfsprekend dat je bij een grote boekhandel een plekje krijgt tussen een rij bekende namen. Ik heb de avond van 31 mei verteld over hoe ik tot lezen en later tot schrijven kwam en natuurlijk ook over het idee voor en de achtergrond van Alya’s verhaal. Uitweiden daarover doe ik niet. Ik laat het bij een paar foto’s en de volgende link naar Facebook:
https://www.facebook.com/hayvandenmunckhof?hc_ref=ARRUonNk_re8waqQNRRDF7cdAq3edyOX1Jc1YzmQgd7gAYoGCOzqxWULDjfntlkLAk0&fref=nf